Ter informatie

 

Wandelen

 

Enkele richtlijnen om het wandelen in groep veilig en vlot te laten verlopen.

 

 

Aksent organiseert praktisch elke week op dinsdagnamiddag een wandeling. Deze wandelingen gaan meestal langs een mix van bospaden, veldpaden en openbare weg.

Op bos - en veldpaden is er over het algemeen minder verkeersrisico.

Maar op de openbare weg moet er zeker terecht rekening gehouden worden met regels, die ervoor zorgen dat wij ons zo veilig mogelijk kunnen verplaatsen.

Omdat de veiligheid van onze leden een belangrijke bekommernis is voor het bestuur van Aksent, leggen we hier kort uit waar we in groep rekening moeten mee houden.

Om veilig in groep te wandelen zijn er drie belangrijke hoofdregels:

Opvallen voor de omgeving en de andere weggebruikers.

Opletten en rekening houden met andere weggebruikers.

Juiste plaats op de openbare weg.

Opvallen voor de omgeving en de andere weggebruikers

Met een fluohesje ben je overdag goed zichtbaar.

Fluohesjes werken echter enkel bij zonlicht.

Bij wandelen in het duister, felle regen of dichte mist (zichtbaarheid minder dan 200 meter) moet een groep wandelaars volgens de wegcode verplicht verlicht zijn.

Vermits de kans op een wandeling in die omstandigheden bij Aksent nagenoeg onbestaande is, onthouden we het fluohesje als belangrijkste hulpmiddel om zichtbaar te zijn voor de omgeving.

Opletten en rekening houden met de andere weggebruikers

Alert zijn en vooruitkijken zijn in het verkeer letterlijk van levensbelang.

Alhoewel er minder gevaar dreigt op veldwegen of op trage wegen, moeten we ook daar rekening houden met lokaal verkeer (tractoren, fietsers e.d.).

Als groep is het belangrijk vooruit te zien en tijdig aan de andere weggebruikers te signaleren wat we willen doen (handgebaren, oogcontact met de autobestuurder, …).

Alhoewel we als voetganger voorrang hebben op het zebrapad, moeten we altijd rekening houden met naderende voertuigen en is blindelings oversteken gevaarlijk: heeft die autobestuurder ons wel gezien en kan hij nog wel stoppen?

Wanneer er geen oversteekplaats voor voetgangers in de buurt is, steken we best over op een plaats waar je goed ziet en goed gezien wordt.

We vermijden om over te steken in een bocht, op een helling, onder een brug of tussen geparkeerde voertuigen.

Juiste plaats op de openbare weg

Hier gelden eenvoudige regels:

1. Daar waar een voetpad (stoep) voorzien is, moeten we er gebruik van maken.

2. Daar waar er geen voetpaden zijn maar wel een berm, moet op de berm gestapt worden.

3. Daar waar er geen voetpad en geen berm is gebruiken we de parkeerstrook of het fietspad, met dien verstande dat autobestuurders voorrang hebben op de parkeerstroken, en dat fietsers en bromfietsers voorrang hebben op het fietspad.

4. Op wegen waar geen voetpad, berm, parkeerstroken of fietspad voorzien zijn, mogen we de rijbaan gebruiken.

Daarbij stappen we links in de rijrichting en zo dicht mogelijk tegen de rand van de rijbaan: we zien het aankomend verkeer en verminderen het risico om achteraan aangereden te worden.

Om de veiligheid optimaal te houden lopen we best achter elkaar en geven we ruimte aan het          andere verkeer.

In bepaalde situaties kan er ook rechts op de rijbaan gestapt worden, bijvoorbeeld daar waar wegenwerken het gebruik van de linkerkant van de weg deels afsluiten.

Vanuit het bestuur zullen we ernaar streven om onze groep wandelaars zo goed en zo zichtbaar mogelijk te begeleiden, zodat onze wandelingen veilig kunnen verlopen.

Mogen wij dan ook vragen om de richtlijnen van de begeleiders goed op te volgen.

Veel wandelplezier!